BEWEEGPROGRAMMA ARTROSE
Artrose/slijtage is de meest voorkomende gewrichtsaandoening van het bewegingsapparaat.
Het voorkomen van artrose neemt toe met de leeftijd. Artrose komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen en bij de knie 2x vaker dan bij de heup .
In de praktijk van de huisarts wordt de diagnose artrose gesteld op grond van de klinische symptomen; de lokalisatie van de gewrichtsafwijking, start- en ochtendstijfheid, valgus of varusstand/scheefstand, crepitaties/kraken, gewrichtsverbreding en de leeftijd van de patiënt, soms wordt er een röntgenfoto gemaakt.
Waarom is bewegen voor mensen met artrose belangrijk?
Lichaamsbeweging heeft dezelfde positieve effecten bij mensen met artrose als bij mensen zonder handicap of ziekte. Regelmatig bewegen kan leiden tot een verbetering van het maximale aerobe duuruithoudingsvermogen, een vergroting van de spierkracht, een verlaging van het lichaamsgewicht en een verhoging van het algemeen welbevinden. Daarnaast kan de kans op het ontstaan van bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, overgewicht en botontkalking afnemen. Specifiek voor mensen met artrose geldt dat door beweging de kwaliteit van het kraakbeen positief kan worden beïnvloed.
Preventief bewegen zal de komende tijd een belangrijke rol gaan spelen. Dit programma is gericht op het structureel veranderen van het beweeggedrag en begeleiding van mensen met een verminderde belastbaarheid van het bewegingsapparaat.
In een intake/onderzoek kan worden vastgesteld welke mensen in aanmerking komen voor reguliere sport-en bewegingsactiviteiten, welke mensen aangepaste vormen van bewegen nodig hebben en voor welke mensen fysiotherapeutische begeleiding of therapie vereist is.
Het beweegprogramma is gericht op reactiveren van artrosepatiënten en naast een oefenprogramma vooral gericht op het bevorderen van een actieve leefstijl
Effecten van bewegen op artrose
- In stand houden of vergroten van de mobiliteit van (aangedane) gewrichten.
- Verminderen van de pijnklachten.
- Vergroten van het (lokale) spieruithoudingsvermogen.
- Vergroten van het lichamelijke prestatievermogen.
- Verbeteren van de kraakbeenvoeding.
- Verminderen van het vetpercentage en daarmee gunstig effect op lichaamsgewicht.
- Gunstig effect op de bloeddruk.
- Verminderen van het risico op hart- en vaatziekten.
- Verminderen van de concentratie van vetten in het bloed (zoals cholesterol).
- Afname van beperkingen.
- Vergroten van de stabiliteit van (aangedane) gewrichten.
- Verbeteren van de balans van de patiënt.
- Verbeteren van de coördinatie van (aangedane) gewrichten.